vrijdag 25 april 2014

Bloedmaan


Die nacht kon ik niet slapen. We voeren op een woelige Noordzee richting Rotterdam. Op het bed onder mij lag Lucia en op de andere bedden lagen Jessica en Ingrid, allemaal in diepe slaap. Ik wist niet hoe laat het was, het was op de uurgrens tussen Engeland en Europa. De boot deinde en dreigde af en toe om te vallen in het water. Ik wist wel dat het een loze dreiging was maar toch raakte ik erdoor geïntimideerd.
Het gordijn was open en ik keek naar de volle maan, die kil de schuimkoppen fileerde met bleke stralen. Toen bleef de boot plots naar één kant overgeheld hangen en de motoren vielen stil. De maan werdt extra licht en scheen door het wateroppervlak heen, ik kon wel twee meter diep kijken en zag ontelbare zeedieren, die allen naar het licht toe zwommen, naar boven. Een haringschool, twee roggen, kwallen, zeekatten, schildpadden, een orka, een dolfijn. In clair-obscur. Het was echt, ik wist het zeker, de maan kleurde rood en alle schepselen kwamen kijken. Ik hield mijn adem in, het duurde en duurde en mijn ogen zogen het visioen naar binnen. In de verte rommelde er iets en de boot sloeg terug de deining in. Het wateroppervlak was van ondoorzichtig donkergrijs en bovendien, zeeschildpadden in de Noordzee? Ik had gewoon weer koorts. Of zo iets.
Enkele uren later toen alle passagiers aan het ontbijt zaten riep de kapitein om dat we een uur vertraging hadden opgedaan doordat er 's nachts één van de motoren was uitgevallen, maar wie door het raam keek zag de Rotterdamse havens al liggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten